❌ Begint je les chaotisch.
Leerlingen druppelen druk binnen, kletsen door en het duurt te lang voordat je echt kunt starten.
❌ Ben je continu aan het corrigeren.
In plaats van lesgeven ben je bezig met sussen, stil krijgen en herhalen.
❌ Moet je jezelf steeds herhalen.
Leerlingen letten niet op en je uitleg wordt constant onderbroken.
❌ Voelt het alsof je constant brandjes blust.
Je reageert de hele tijd op verstoringen en hebt geen tijd om écht te onderwijzen.
❌ Zijn leerlingen snel afgeleid.
Je moet hen steeds opnieuw bij de les trekken, en ondertussen verslapt de aandacht van de rest.
❌ Heb je moeite om de klas stil te krijgen.
Het duurt lang voordat leerlingen luisteren, en sommige blijven praten, hoe vaak je ook vraagt om stil te zijn.
❌ Ervaar je veel weerstand.
Leerlingen klagen (of zijn brutaal), beginnen traag of doen niet mee, waardoor je steeds motivatie moet afdwingen.
❌ Kost alles meer energie dan het zou moeten.
Je voelt aan het einde van de dag dat je uitgeput bent van het managen in plaats van het lesgeven.
❌ Heb je het gevoel dat je achter de feiten aanloopt.
Je dag voelt rommelig en onvoorspelbaar, omdat je steeds moet schakelen tussen orde houden en inhoud geven.
❌ Voelt lesgeven als trekken en sleuren.
Je had een mooie les voorbereid, maar de uitvoering valt in duigen door onrust en afleiding.
❌ Twijfel je aan jezelf als docent.
Je vraagt je af of je iets verkeerd doet, want je collega’s lijken hun klassen wél rustig te houden.
❌ Ga je met tegenzin naar bepaalde klassen.
Je weet al dat het onrustig wordt, en je ziet op tegen de constante strijd. Misschien ga je wel met lood in je schoenen naar de les...
❌ Heb je minder plezier in je vak.
Je koos voor onderwijs om leerlingen te inspireren, maar je hebt het gevoel dat je vooral bezig bent met orde houden.
✅ Start je je les relaxt en georganiseerd.
Leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt en beginnen meteen met de opdracht.
✅ Kun je lesgeven zonder steeds te corrigeren.
De focus ligt op onderwijzen en af en toe bijsturen in plaats van orde houden.
✅ Luistert de klas direct wanneer je iets uitlegt.
Geen onnodige herhaling, omdat leerlingen gewend zijn om op jou te letten.
✅ Hebben leerlingen een actieve houding.
Ze zijn betrokken, stellen vragen en werken gemotiveerd.
✅ Is er een fijne werkhouding in de klas.
Leerlingen weten hoe ze zelfstandig en samen kunnen werken zonder afleiding.
✅ Heb je een fijne relatie met je klas.
Je hoeft geen strijd te voeren, omdat er wederzijds respect en duidelijkheid is.
✅ Ga je met zin naar je les.
Je weet dat de les lekker loopt en je écht met de inhoud bezig kunt zijn.
✅ Houd je energie over aan het einde van de dag.
Je hoeft niet constant brandjes te blussen, dus je hebt meer balans in je werk.
✅ Blijft de lestijd effectief benut.
Geen eindeloze onderbrekingen, waardoor je leerlingen écht kunnen leren.
✅ Is je klas een veilige plek om fouten te maken en te leren.
Leerlingen voelen zich comfortabel en durven vragen te stellen. En stappen daarom buiten hun comfort-zone om te kunnen leren.
✅ Heb je tijd en ruimte voor de leuke dingen in je les.
Denk aan creatieve werkvormen, verdieping en interactie, omdat de basis goed staat.
✅ Voel je meer werkplezier en minder stress.
Je hebt grip op je lessen en hoeft niet meer constant te schakelen tussen orde houden en lesgeven.